Aandeel kip met keurmerk in de lift

Consumenten zijn bereid te betalen voor dierenwelzijn. Vorig jaar steeg het aandeel van kip met welzijnskeurmerk met 20 procent ten opzichte van 2015. Dit blijkt dit keer uit cijfers van marktonderzoeksbureau IRI Nederland. In oktober vorig jaar maakte de Dierenbescherming ook al bekend een explosieve stijging van 28% van vleeskippen met het Beter Leven keurmerk te kunnen noteren.

Zes jaar geleden ging van elke 100 euro die werd uitgegeven aan kip 7 euro naar kip met een keurmerk. Inmiddels is dat bedrag gestegen naar 19 euro. “Deze cijfers geven een duidelijk signaal aan supermarkten: zet vol in op kip met Beter Leven keurmerk, de klant is er klaar voor,” aldus Wakker Dier, die de IRI-cijfers vandaag bekendmaakte.

Tussenkip blijft liggen

In de afgelopen twee jaar heeft de plofkip in veel supermarkten plaats gemaakt voor een tussenkip. Deze heeft geen keurmerk en zit qua welzijn tussen plofkip en kip met één ster van het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming in. Opvallend is dat veel mensen de tussenkip laten liggen en kiezen voor de kip met één Beter Leven ster.