Konijnen
Gangbaar
1 ster
Schuilmogelijkheden
Gangbaar
Geen eis
Ja, tunnels en schuilwandjes
Groepshuisvesting voedsters
Gangbaar
Geen eis
Verplicht
Afleidingsmateriaal
Gangbaar
Ruwvoer of knaagmateriaal
Ruwvoer én knaagmateriaal
Ruimte vleeskonijnen
Gangbaar
14,3 tot 16,7 per m2
11,1 per m2
Konijn 1 ster
Dieren onder het Beter Leven keurmerk hebben meer ruimte, afleidingsmateriaal en mogelijkheden om hun natuurlijk gedrag uit te oefenen dan dieren uit de gangbare veehouderij. Met 1 ster Beter Leven zijn de ernstigste problemen uit de vee-industrie aangepakt. Hieronder lees je wat de criteria zijn voor konijnen met 1 ster Beter Leven. Er is geen criteria voor 2 of 3 sterren.
Ruimte konijnen
In Nederland wordt zo’n 45% van de vleeskonijnen volgens de wettelijke minimumeisen gehouden. Deze wettelijke minimumeisen gaan met name over de ruimte per konijn en afleidingsmateriaal. De ruimte per konijn is echter zeer beperkt: de kooien zijn te klein voor de konijnen om te kunnen rennen en springen. Ook het afleidingsmateriaal is beperkt: ruwvoer of knaagmateriaal kan al voldoende zijn. Daarnaast wordt ongeveer 55% van de vleeskonijnen in zogenaamde parkhuisvesting gehouden. Parkhuisvesting is geen wettelijk gereguleerd systeem en het systeem is niet in een keurmerk opgenomen. In parkhuisvesting worden de dieren in kooien op een groter oppervlak gehouden en krijgen ze verrijking als ruwvoer en knaaghout. Dit zorgt ervoor dat konijnen hun soorteigen gedrag beter kunnen uiten dan in de reguliere kooien. In tegenstelling tot het wettelijk minimum, wordt gebruik gemaakt van plateaus zodat de dieren kunnen springen, en het oppervlak vergroot wordt. De ruimte binnen parkhuisvesting blijft echter alsnog sterk beperkt door het grote aantal dieren per m2. Voor de vleeskonijnen die onder het Beter Leven keurmerk gehouden worden schrijft de Dierenbescherming voor dat de kooi lang genoeg moet zijn voor een konijn om meerdere opeenvolgende sprongen te kunnen doen, en worden minder konijnen per kooi gehouden.
Individuele huisvesting voedsters
In de gangbare konijnenhouderij (zowel wettelijk minimum als parkhuisvesting) zitten de voedsters in individuele, kleine, kooien. Dit betekent dat zij alleen, of met eventuele jongen, in een kooi zitten. Rond de tijd van werpen kunnen voedsters agressief worden en na het werpen graven ze soms in elkaars nest. Om schade door vechten te voorkomen houden konijnenhouders de voedsters daarom bij voorbaat apart. Konijnen zijn echter heel sociale dieren. Het continu alleen opsluiten van de dieren is daardoor slecht voor hun welzijn. Binnen het Beter Leven keurmerk worden voedsters zoveel mogelijk in groepen gehouden met andere voedsters. Dit is vanaf 23 dagen na de worp tot maximaal 6 dagen voor de volgende worp. In de periode vlak voor en na de worp worden de voedsters wel individueel gehouden, omdat ze dan agressiever zijn en elkaars nest verstoren. In samenwerking met Wageningen Universiteit gaat de Dierenbeschermingbekijken hoe de periode dat de voedsters in de groep zitten verlengd kan worden. Voor individuele voedsters wordt binnen het Beter Leven keurmerk de hokoppervlakte aanzienlijk vergroot bij nieuw- of verbouw. Uiterlijk per 2027 verandert dit van 2,2 voedster per m2 naar 1,7 voedster per m2.
Schuilmogelijkheden
Het is belangrijk dat konijnen kunnen schuilen, net zoals ze in de natuur in de verschillende gangen van het holenstelsel doen. In de konijnenhouderij kan dit nodig zijn wanneer een hokgenoot agressief gedrag vertoont of er iets gebeurt buiten het hok gebeurt waar de konijnen van schrikken. Binnen het Beter Leven keurmerk wordt daarom voor vleeskonijnen en individuele voedsters een plateau voorgeschreven. Wanneer konijnen in groepshuisvesting zitten schrijft het Beter Leven keurmerk ook tunnels en schuilwandjes voor. Op deze manier kunnen de konijnen schuilen als zij zich angstig voelen.
Afleidingsmateriaal
Konijnen besteden van nature veel tijd aan het zoeken naar voedsel. In de gangbare konijnenhouderij wordt het voer in compacte korrels aangeboden, waardoor het konijn geen moeite hoeft te doen om voer op te eten en te zoeken. En het is nu juist zo belangrijk om de konijnen veel afleiding te geven. Voedsters die in een prikkelarme omgeving gehouden worden kunnen bijvoorbeeld overdreven veel haar gaan uitplukken, met soms wonden tot gevolg. Binnen het Beter Leven keurmerk krijgen konijnen daarom onbeperkt ruwvoer (hooi, stro of luzerne). Naast het zoeken naar voedsel hebben konijnen voldoende materiaal nodig om aan te kunnen knagen. Dit is niet alleen belangrijk voor het gedrag, maar zorgt er ook voor dat de tanden niet te lang worden. Konijnen die geen knaagmateriaal hebben en alleen compacte korrels krijgen als voer, raken verveeld en kunnen stereotype gedrag vertonen zoals knagen aan de tralies. Binnen het Beter Leven keurmerk krijgen konijnen daarom voldoende knaaghout.
Dag- en nachtritme
Een konijn is van nature een schemerdier, dat voornamelijk aan het begin en einde van de dag actief is om voedsel te zoeken. Dit betekent dat een konijn een vast dag- en nachtritme heeft en niet de hele dag in het donker of in het licht wil zitten. Om deze reden is in de Beter Leven keurmerk criteria voorgeschreven dat het minstens 8 uur aaneengesloten licht en 8 uur aaneengesloten donker moet zijn. In de Beter Leven keurmerk criteria wordt groot belang gehecht aan daglicht voor alle diersoorten. Momenteel is er echter nog niet voldoende bekend over de behoefte van het konijn aan daglicht. Daarom wordt door de Dierenbescherming onderzocht in welke mate konijnen daglicht nodig hebben en hoe dit het beste toegepast kan worden op een konijnenhouderij. De ervaringen en opgedane kennis worden meegenomen in de criteria van het Beter Leven keurmerk.