3 sterren leghen zit in boom

Wat is Beter Leven?

Waarom een keurmerk?

Het liefst zou je van al je producten willen weten waar ze vandaan komen. Zeker bij vlees, melk en ander voedsel waar dierlijke producten in zijn verwerkt. Je bent niet de enige die het belangrijk vindt dat boeren en producenten goed omgaan met de dieren achter je glaasje melk, omeletje of pastasaus. Steeds meer consumenten vragen om duidelijkheid over dierenwelzijn bij hun aankopen. Om wat voor product gaat het? Hoe goed zorgde de boer voor het varken dat nu een hamlapje is, voor de kip die jouw eitje heeft gelegd en voor de koe die jouw melk maakte?

Keurmerk maakt dierenwelzijn achter je product inzichtelijk

Omdat je veel producten niet bij de boer koopt, maar bijvoorbeeld bij de supermarkt en de kiosk op het station, is zelf informatie inwinnen over dierenwelzijn lang niet altijd mogelijk. Het Beter Leven keurmerk helpt je daarmee, door inzichtelijk te maken hoe goed er voor het dier achter je product gezorgd is. Zo weet je waarvoor je kiest en heb je dus ook weer echt wat te kiezen. Niet alleen wat het beste bij je smaak en portemonnee past, maar ook hoe jij vindt dat dieren behandeld zouden moeten worden. Door voor producten met een ster te kiezen, kies je voor producten waarvan je weet hoe de leefomstandigheden voor het dier waren. En hoe meer sterren, hoe diervriendelijker en dus hoe beter de leefomstandigheden. Op deze website kun je per dier kijken wat de sterren voor hen betekenen.

Wat was de aanleiding?

Helaas wordt nog geen 1% van de jaarlijks 450 miljoen dieren in de Nederlandse veehouderij in diervriendelijkere systemen als biologisch gehouden. Om ook voor die overige 99% van het vee verbeteringen te bewerkstelligen, heeft de Dierenbescherming in 2007 het sterrensysteem van het Beter Leven keurmerk geïntroduceerd.

Spannend, want “ongetwijfeld zou er kritiek komen”, herinnert Marijke de Jong van de Dierenbescherming zich. “Ons logo op een dood dier, op een stuk vlees, stel je voor.” Marijke is nu de programmamanager die verantwoordelijk is voor het succesvolle Beter Leven keurmerk, maar was in die tijd als beleidsmedewerker al nauw betrokken bij gesprekken met het bedrijfsleven over het verschrikkelijke leed dat doorgefokte vleeskuikens, ofwel ‘plofkippen’, werd aangedaan. “Die te verwachten weerstand bij de presentatie van ons keurmerk in 2007 zat ‘m er onder meer in dat sommigen vinden dat je dieren pas echt helpt als je ze niet opeet, of op z’n minst reclame maakt voor alléén biologische producten. Zo is het in een ideale wereld, maar de realiteit is helaas anders.”

Uiteraard mikt de Dierenbescherming op een zo groot mogelijke uitbreiding van de biologische veehouderij, waarbij optimaal rekening wordt gehouden met het welzijn van de dieren, ten koste van de gangbare vee-industrie. “We werken al jaren samen met deze sector en roepen dat mensen niet iedere dag vlees zouden moeten eten,” stelt Marijke. “Maar het zou in onze visie onaanvaardbaar zijn als er dan niemand knokt voor de miljoenen dieren die niet-biologisch worden gehouden.” Voor deze dieren geldt weliswaar dat er wetgeving bestaat om ze te beschermen tegen verdere uitbuiting, maar daarmee is alles gezegd. “De controle op de naleving laat veel te wensen over en zoals we weten is er nogal wat mis in de gangbare vee-industrie. Krappe hokken, weinig afleiding en dieren die zijn verworden tot dingen die je consumeert.”